Wie een beetje oplet, ziet ze tegenwoordig overal: mini-biebs. Kasten, soms niet groter dan een luxe vogelhuisje, gevuld met boeken. Boekenliefhebber en student Nederlands Sharon Hiep vroeg zich af wat er in die kasten te vinden is. In haar scriptie Lees me uit, geef me door, onderzocht ze veertig Nijmeegse mini-biebs. Wat staat er precies in die kasten? En hoe snel worden de boeken meegenomen?
Wie: Sharon Hiep, Studie: Nederlandse Taal & Cultuur
In 2009 bouwde een Amerikaanse man de eerste mini-bieb: een kastje waar mensen zelf boeken mogen ruilen, pakken en terugzetten. Inmiddels staan er alleen al in Nederland meer dan 2000 mini-biebs geregistreerd. Zo staat er ook eentje in de Erasmustoren, hoewel die goed is verstopt. Zonde, vond Sharon Hiep. Ze wilde zelf graag een extra mini-bieb regelen voor op de begane grond en kwam zo bij het onderwerp voor haar scriptie uit. Naar mini-biebs is nauwelijks onderzoek gedaan. Zo is er geen enkel zicht op wat er in de kasten staat. Bij Hiep leefde het idee dat er vooral oude troep in stond. ‘Ik dacht: dat zullen wel allemaal van die boeken zijn waar mensen vanaf willen.’ Op een saaie, grijze, februaridag verhaalt ze in geuren en kleuren over haar bevindingen en beproevingen.
Vijf weken lang ging ze tweemaal per week langs veertig boekenkastjes, waarvan ze de inhoud fotografeerde en categoriseerde. ‘Ik heb alle boeken verdeeld in categorieën, zoals genre of publicatiejaar. Ook keek ik naar de auteurs, of het bijvoorbeeld mannen of vrouwen waren’, legt ze uit. Uiteindelijk verzamelde ze 2269 boeken. ‘Eén boek had dan vijf à zes codes, dus alle data opschrijven en omzetten tot code was monnikenwerk’, verzucht ze. Dan heeft ze het nog niet eens gehad over de fysieke ontberingen die ze moest doorstaan. Als een ware Nederlander klaagt ze: ‘De hele route was al tien uur fietsen en dan regende het áltijd als ik op de fiets zat. Daarnaast heb ik ook nog door hagel en zelfs door sneeuw gefietst!’
Opvallende uitslagen
Toen ze eindelijk tastbare resultaten had, kwamen er een aantal opvallende bevindingen naar boven. ‘Kinderboeken stonden het vaakst in de kasten. Daarna thrillers en literaire romans, zowel oorspronkelijk Nederlandstalig, als vertaald. Ook bestond maar liefst 4 procent van alle boeken uit boekenweekgeschenken. Daar zou je in principe een hele verzameling van kunnen aanleggen’, zegt ze verwonderd. Voor het hoge aantal kinderboeken had ze meerdere verklaringen. ‘Binnen de mini-bibliotheken kun je je aansluiten bij Kinderzwerfboeken, dat is een organisatie die zich inzet voor het verspreiden van kinderboeken. Veel ouders doen ook de boeken weg die hun kinderen niet meer lezen.’
Ook kwam ze in het stadsdeel met de meeste laagopgeleiden, een term die ze heeft overgenomen van de gemeente, juist de meeste boeken tegen. Volgens onderzoek lezen laagopgeleiden minder, dus ze had het tegenovergestelde verwacht. Tot slot bleek de circulatiesnelheid hoog. Nog steeds verrast vertelt ze: ‘Een op de drie boeken was binnen een week weg! Ik had niet verwacht dat er zoveel werd gelezen, of nou ja, werd meegenomen. Want ik heb geen aandacht besteed aan wat er vervolgens met die boeken gebeurt.’ Ze denkt even na en zegt vervolgens opgewekt: ‘Dat is wel leuk voor een vervolgonderzoek: Hoe worden die boeken gebruikt? Wordt er daadwerkelijk ontlezing tegengegaan of zijn de gebruikers al grote boekenwurmen?’
Goed te boek staan
Niet alleen de boeken, maar ook Hieps scriptie circuleert op een hoog tempo. Allerlei media pakten het op, zoals de Gelderlander, de NRC, RTL en zelfs het Jeugdjournaal. Een beetje ongelovig herinnert ze zich alle media-aandacht: ‘Vooraf had mijn begeleider wel gezegd dat het een populair onderwerp kon worden. Ik dacht dat dat meer een wens van hem was.’ Het was even wennen: ‘Met mijn snoet op televisie, wilde ik dat wel? Dat vond ik heel ongemakkelijk, maar het was wel leuk dat er aandacht voor het onderwerp was.’
Deze publiciteit kan ze tactisch inzetten bij het overtuigen van haar begeleider, want ze wil graag promoveren. ‘Ik ben niet perfectionistisch en ervaar geen hoge werkdruk. Daarom vind ik studeren nog leuk, maar mijn resultaten zijn waarschijnlijk niet hoog genoeg om in aanmerking te komen voor een promotieplek. Een gemiste kans, want het lijkt me geweldig om vier jaar bezig te zijn met literatuuronderwijs.’ Hiep heeft al een duidelijke visie klaarliggen: ‘Wat mij betreft moet het hele leesonderwijs worden aangepast en het lijkt me leuk om daar een bijdrage aan te leveren.’ Ze is er ook actief mee bezig in haar dagelijks leven: ‘Nu geef ik, naast dat ik een educatieve master Nederlands volg, les op middelbare scholen, waar ik ook aandacht besteed aan mini-biebs. Een keertje hadden mijn leerlingen een mini-bieb gebouwd, die ik vervolgens heb gevuld met boeken.’ En die mini-bieb in het Erasmusgebouw? Die staat inmiddels op de begane grond. ‘Dat komt niet per se door mij, maar mijn doel is bereikt!’
Ken jij of ben jij iemand die een bijzonder scriptieonderzoek heeft gedaan? Laat het ANS weten via redactie@ans-online.nl!
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 6.