Home Artikelen Wiskunde in begrijpelijke taal: studenten Gwen en Jimme maakten het materiaal voor een wiskundetoernooi

Wiskunde in begrijpelijke taal: studenten Gwen en Jimme maakten het materiaal voor een wiskundetoernooi

Waar de meeste bachelorscripties Wiskunde gaan over ingewikkelde stellingen en formules, sloegen Gwen Bleckmann (24) en Jimme Bergfeld (23) een totaal andere weg in. Ze maakten het materiaal voor een wiskundetoernooi voor middelbare scholieren, dat afgelopen vrijdag plaatsvond op de campus. 

Vol verwondering lopen middelbare scholieren door het sportcentrum. Er heerst een gezellige sfeer, onder andere vanwege docenten met t-shirts met slechte wiskundegrappen en yells die plaatsvinden. Dat verandert direct nadat er bloedserieus gewerkt wordt als het startsein wordt gegeven. Deze ochtend gaan de scholieren aan de slag met de opdracht Sum of us, dat als onderwerp speltheorie heeft. Dat gaat over de wiskunde achter de beste strategie kiezen, variërend van investeringskeuzes maken als bedrijf tot kiezen in welke hoek je een penalty schiet. Het doel is om wiskundig achter het antwoord op de vraag ‘Wat is de beste optie?’ te komen. Wat velen van de leerlingen niet weten, is dat de opdrachten, antwoorden én het voorbereidende materiaal zijn gemaakt door twee wiskundestudenten. ‘Dat gebeurt altijd’, vertelt Bleckmann, ‘Het ochtendprogramma bestaat uit een scriptie door bachelorstudenten en het middagprogramma is gemaakt door een PhD’er.’ 

Dit jaar was de beurt aan Bleckmann en Bergfeld. Zij hadden verschillende redenen om te kiezen voor zo’n speciale scriptie. ‘Het leek me gewoon heel erg leuk, want je mag zelf je onderwerp kiezen,’ begint Bergfeld. Ook had hij jaren geleden zelf meegedaan aan het toernooi en koesterde daar warme herinneringen aan. Voor Bleckmann waren de eerste redenen voornamelijk praktisch: ‘Ik had houvast omdat er een deadline en een maatje bij het project hoorden, wat ongebruikelijk is voor een wiskundescriptie.’ Maar, zo vervolgt ze, het was heus niet alleen maar pragmatisch: ‘Ik geef graag bijles, dus het makkelijker uitleggen van moeilijke stof paste wel bij me.’ Ze zijn het er allebei over eens dat de lastige wiskunde vertalen naar een haalbaar niveau de leukste uitdaging was. 

Vragen in (Nash-)evenwicht

Het belangrijkste was het niveau van de scholieren inschatten en dat was nog best moeilijk. ‘De vragen waren natuurlijk vertrouwelijk, dus die konden we niet zomaar aan iemand voorleggen’, legt Bleckmann uit. ‘We hebben wel gekeken naar de stof van voorgaande jaren, maar we wisten niet hoe dat was beoordeeld. We moesten blind varen op onze eigen inschatting en de feedback van onze docenten.’ Die docenten konden de ingeleverde scriptie nog aanpassen en verbeteren. Dat bleek onnodig, vertelt Bergfeld verheugd: ‘De opgaven die de scholieren nu maken, liggen heel dicht bij de vragen die we hebben ingeleverd. Slechts een paar kleine dingetjes zijn veranderd.’ Hun begeleider, universitair docent Peter Hochs, vult aan: ‘We hebben hier en daar wat geschoven met puntenaantallen. Zo kregen we vanuit Leuven (waar het toernooi ook plaatsvindt, red.) de opmerking dat de laatste vraag wel erg moeilijk was, dus hebben we deze opgeknipt in subvragen’. 

En de winnaar is…

Bleckmann is tevreden met het eindresultaat: ‘Tuurlijk, dingen hadden anders gekund. Zo had ik liever nog wat meer voorbeelden gebruikt, maar vanwege de deadline kan je niet alles doen wat je wilt’. Met haar eindcijfer is ze blij, maar ze is vooral heel benieuwd wat de scholieren ervan gaan vinden. Over het voorbereidende materiaal zijn de scholieren over het algemeen wel tevreden. ‘Het was duidelijk en in stapjes uitgelegd,’ meent één van de scholieren. ‘De voorbeelden hielpen ook enorm’, vult een ander aan. Toch was niet iedereen even enthousiast: ‘Het had wat beknopter gekund, nu was het een beetje langdradig’, erkent een groepje schoorvoetend. 

Na anderhalf uur hard werken zit het eerste deel van het toernooi erop voor de scholieren. ‘Zullen we even gaan huilen?’ roept een van de leerlingen gekscherend. De algemene consensus onder de scholieren is dat een aantal vragen prima te doen waren, maar de toets zeker aan het einde heel pittige opdrachten bevatte. Moeilijke vragen horen er wel bij, erkent Bleckmann: ‘We hebben beginopgaves, iedereen moet die kunnen. Dan zijn er vragen die maar een deel van de mensen kunnen en uiteindelijk één vraag die maar éen groepje kan oplossen’. Al met al kijken Bleckmann en Bergfeld terug op een geslaagde ochtend. ‘Om te zien hoe de hele zaal bezig was met onze scriptie, was erg gaaf om te zien’, concludeert Bergfeld. Lachend zegt hij: ‘De meeste scripties worden niet door zoveel mensen gelezen!’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen